flemish Artist

Hilde Keunen

Paintings and Sculptures

Hilde Keunen | beeldend kunstenaar en antropoloog.

Hilde Keunen is niet onder een hoed te vangen. In de loop van haar artistieke carrière heeft ze zeer divers werk gecreëerd.
Enkele van haar beelden sieren trouwens de openbare ruimte van Pelt : het vredesmonument en “de pietjes” van het Europees muziekfestival.
Hier toont ze haar recente beelden en schilderijen waarbij ze ondermeer de raakvlakken tussen cultuur en natuur aftast.
Ze tracht de antropologische discussie over het aandeel van “Nurture or Nature” in het menselijk bestaan te verbeelden.

In haar werk zie je hoe ze grenzen verlegt om ze daarna uit te gummen en weer open te trekken. Hiervoor pendelt ze letterlijk heen en weer tussen haar atelier en haar moestuin. Ze zaait, wiedt en plukt afwisselend …op beide plaatsen. Bij haar werk vervagen en vervloeien de barrières tussen natuur en cultuur tot een vervlochten cohabitatie. Haar creaties zijn stuk voor stuk verstilde geluksmomenten die drijven op een grondstroom van rust.
Ze vormen een permanente uitnodiging om in stilte te genieten van de eenvoudige dingen.

Bronnen van geluk voor iedereen die er zich voor openstelt : zon, regen, lucht, bomen, liefde, geborgenheid en vreugdevolle vriendschappen.
Ze confronteert de toeschouwer met een her-toverde wereld die fel contrasteert met het geweld dat je dagelijks ziet in mainstream en social media.
Beeldhouwen, schilderen en tekenen wisselt ze hierbij af. Acryl, olieverf, gips, brons, koper, zink en lood zijn haar favoriete materialen.
Elk medium heeft zijn eigen specifieke mogelijkheden en beperkingen en ze kiest haar materiaal in functie van het werk datze voor ogen heeft.

De mens in zijn eigen biotoop en gebeurtenissen wereldwijd inspireren haar.
Door ogenschijnlijk onsamenhangende zaken te combineren zet ze de toeschouwer op een ander been. Ze doorbreekt hiermee de cultureel bepaalde vanzelfsprekendheden. Ze ziet haar werk als een existentiële reflectie over de relatie van de mens met de natuur en de mensen onderling. Dit resulteert in de artistieke creatie van een tussenwereld die balanceert op de koord gespannen tussen het fictieve en het reële. Hierdoor tracht ze de gelaagdheid van het bestaan te ontrafelen. Ze schildert niet naar de natuur maar ze verwijst er wel voortdurend naar en legt zodoende de essentie ervan bloot.
Volgens haar heeft deze tijd dringend nood aan een zachte filosofische kunst als escape toets uit onze rusteloos complexe wereld.

Haar werk vormt een speelse verwijzing naar de schoonheid van eenvoud en suggereert immateriële sleutels waarmee wie verstrikt is in deze wereld zichzelf kan bevrijden. Beeldende Kunst zoekt volgens haar antwoorden op honderd duizend vragen. Het antwoord vloeit voort uit de observatie van de eenvoudige, herkenbare dingen die ons omringen. Als kunstenares houdt zij van een spannend leven zonder dat dat daarom spectaculair moet zijn. Zij vindt opwinding in dingen die voor veel anderen misschien niets betekenen zoals de schaduw van een boom of regendruppels in een plas. Bij haar gaat het over
het kijken an sich en het genot daarvan. De schoonheid van iets ervaar je pas als je de tijd neemt om er lang naar te kijken. Kijken wordt zo een enorm plezier en het mooie is dat iedereen een andere ervaring krijgt bij het kijken naar hetzelfde. In de beslotenheid van het atelier gaat ze op zoek naar een
vertaling van die impressies. Hier ontstaat haar eigen beeldtaal. In haar werk lees je hoe zij de wereld ziet.

Iedereen betreurt natuurlijk de corona-crisis maar voor de beeldend kunstenaars is die isolatie ook een zegen. Een tijd van volledige concentratie om de ontroering van het dagelijkse en de tederheid der dingen proberen in beeld te brengen. Het door corona opgelegde isolement en de milieucrisis heeft een terugkeer naar de natuur met zich meegebracht. Mensen zijn er massaal op uitgetrokken. Terug de bossen en de velden in en daar hebben ze de natuur in
hun onmiddellijke omgeving terug leren appreciëren. Bij haar bracht dit de terugkeer van het lyrische landschap teweeg en ook een opwaardering van het lokale. Het leerde ons om terug te kijken naar de archaïsche schoonheid van de natuur.
Vandaar ook haar laatste reeks kleine werkjes die ze de ’ poëzie van de kotterie’ doopte.
Tijdens haar wandelingen werd ze gecharmeerd door de vele koterijen. De mens is ontzettend creatief in het bouwen van koterijen en al wandelend kom je de “zotste bouwsels tegen. Bric à Brac duurzaam gebouwd met gerecupereerd materiaal dat door de jaren en weer en wind een mooie patina krijgt.
Een blijvende bron van inspiratie.

Dit filosoferen over het werk van Hilde wil ik besluiten met de woorden van Hans Vandekerckhoven :
”de tuin is een vruchtbare voedingsbodem voor dromen, een uitwijkplaats om bespiegelingen te houden, een geheime plek, symbool van schoonheid en
zuiverheid. Het is een “Espace sacré”. Laat de wereld terug een tuin van Eden worden waarin we vreedzaam samenleven.
Cohabitatie in alle talen.”

Tekst uit de opening van de tentoonstelling in het Dommelhof.